Niehove was ooit de hoofdplaats van een Waddeneiland dat niet meer bestaat. Het ligt nu zelfs zo’n 13 kilometer van de Waddenzee af. Je ziet aan de bijzondere vorm van het dorp dat het een lange tijd heeft gestreden tegen het water. Tijd om eens de geschiedenis in te duiken om erachter te komen waarom de lokale smid vroeger ook de dorpsdokter was én waar dat hele waddeneiland eigenlijk is gebleven. Dit is het wierdedorp Niehove in Groningen.
In 2019 is Niehove uitgeroepen tot het mooiste dorp van Nederland. Het had in 2023 maar 130 inwoners en dit gebied is al zo’n 2.200 jaar onafgebroken bewoond. Het is een zogeheten radiair wierdedorp, alle wegen en paden lopen in de richting van de in het midden gelegen kerk. Omdat je dat hier nog zo goed zit, is het uiteraard beschermd dorpsgezicht.
Ik zal je eerst even uitleggen wat een wierde precies is. Misschien zegt het woord ‘terp’ je meer. Het is namelijk hetzelfde. In het Fries heet het een terp, in het Gronings dus een wierde. Bouw je een dorp bovenop zo’n wierde, dan heb je een wierdedorp. Mensen gooiden continu aarde en afval op dezelfde plek, waardoor een stevige heuvel ontstond. Een wierde is dus een grote, door de mens aangelegde, woonheuvel. En wanneer het water hoog stond, woonde je op een piepklein eilandje.
Zo’n wierde werd niet voor de lol gebouwd, het diende als bescherming tegen het wassende water. Deze wierde lag in een kweldergebied dat bij vloed regelmatig onderliep. Een kwelder is een gebied dat bij hoogwater overstroomt, zoals we nu op veel plekken langs de Waddenzee zien. In het deltagebied, voornamelijk in Zeeland en Zuid-Holland, noemen ze het schorren. Een zout en drassig stuk land dat dus volledig onder water loopt bij hoogwater.
Maar goed, in dit gebied vestigden zich dus zo’n 2200 jaar geleden de eerste bewoners. In het kweldergebied. Dit stroomde overigens nog niet zo vaak over, dus het was op zich prima wonen. Wel op een wierde, ter bescherming. Het land beneden, dus in het kweldergebied, werd gebruikt voor gewassen en vee. Wanneer het water eraan kwam, moesten mens en dier het dus hogerop zoeken op de wierde. Tot zover een prima oplossing. Niehove was geboren. Hoewel, dit heette toen Suxwort, wat zoiets betekende als ‘Zuidwierde’.
Goed, we hebben dus een eiland als een letterlijke vluchtheuvel. Maar hoe is Niehove, of Humsterland, uiteindelijk op het vasteland gekomen en daarmee dus verdwenen als eiland?
Nou, in dit gebied kwamen steeds vaker stormvloeden voor, waardoor de bewoners gedwongen werden om uiteindelijk ringdijken aan te leggen. Een dijk om een gebied heen, zodat het midden droog bleef. De wierde zelf was eigenlijk niet meer voldoende. Men wilde meer droge grond en zo’n ringdijk bood een oplossing. Vanaf de veertiende en vijftiende eeuw gingen de monniken van Aduard aan de slag. Zij begonnen het land onder andere rondom Niehove in te dijken. Zo ontstond Humsterland. Dit waddeneiland werd door middel van dijken verbonden met het vasteland.
In het begin was Niehove echt een soort waddeneiland, totdat ons land meer de huidige vorm kreeg en dijken verderop aangelegd werden. Dit land viel daarmee droog. En vandaag de dag ligt dit wierdedorp dan ook midden op het vasteland van Groningen.
Niehove lag op de grootste en hoogste wierde van heel Humsterland. Het was eeuwenlang de hoofdplaats van het waddeneiland. Dat zie je nu dus nog terug in de structuur die hier erg goed bewaard is gebleven. Kijk maar mee.
Alle wegen en paden lopen hier dus radiair, zoals spaken in een wiel, naar de in het midden gelegen kerk. Vanaf de kerk lopen smalle paadjes, de zogenaamde kerkenpaden, naar de ringweg beneden. De huizen staan in een cirkel, of twee cirkels, rond de kerk. De voorkant van de huizen staan allemaal richting de kerk, de achterkant naar het buitenliggende land.
Maar wat deze wierde nog bijzonderder maakt, is de kerk in het midden. Die 13e-eeuwse kerk, die hoog op de wierde staat, was tot ongeveer 1600 het enige stenen gebouw hier. Het kerkorgel bevat nog pijpen en andere onderdelen uit 1575. Tot 1830 lag om die kerk en het kerkhof nog een cirkelvormige gracht, om het kerkhof van de straat te scheiden. Waarom? Om ervoor te zorgen dat de geesten netjes op het kerkhof bleven en niet het dorp in dwaalden. Beter voorkomen dan genezen, toch?
En niet alleen de vorm van het dorp was uniek, ook de mensen die er woonden, met hun bedrijfjes. Steeds meer boerderijen verdwenen, waardoor er ruimte kwam voor de ambachtslieden.
Neem de smederij. Die lag strategisch tegenover de oostelijke ingang van de kerk. De smid was superbelangrijk. Hij was niet alleen degene die wagenwielen nieuwe hoepels gaf en de paarden besloeg, hij was ook de onderhoudsmonteur voor landbouwwerktuigen, de fietsenmaker, de dorpsgarage én de lokale huisarts. De echte dokter woonde vaak te ver weg, dus gingen de zieken bij de smid langs voor bijvoorbeld een aderlating. Je kon ook altijd wel langs voor een drankje bij de fietsenmaker, want de beste man was reparateur van fietsen, maar ook barbier én herbergier. Dus de smid was fietsenmaker en de fietsenmaker was kapper. Bijzondere combinaties.
Zo’n smederij zorgde voor een hoop bedrijvigheid op straat. Er zit zelfs een legende aan vast: er was eens een argeloze bezoeker die zo in de war raakte van de ligging van de smederij aan die ringweg, dat hij dacht zeven smeden geteld te hebben. Die perfecte cirkel kon dus behoorlijk verwarrend zijn.
En dan hebben we nog die ene belangrijke plek als eiland: de haven. Vroeger was vervoer over water hier veel belangrijker dan over land. Wegen waren te smal en vaak onbegaanbaar. Het meeste vervoer werd dus gedaan per schip, een zogeheten snik. De oorspronkelijke haven lag in het zuiden. Afhankelijk van de getijden van de Waddenzee, dus je kon niet veel meer dan wachten om uit te varen. Na het aanleggen van de ringdijk, werd die haven overbodig. Deze werd voortaan gebruikt door de dominee om zwemles te geven.
De nieuwe haven lag in het westen, hier dus, en was in die tijd de belangrijkste verbinding met de buitenwereld. Vanaf hier werd de stad Groningen goed bereikbaar. Graan kwam binnen en ging als meel weer weg, turf kwam binnen en werd opgeslagen. Zelfs de kermis was bij de haven, de attracties werden met platschuiten aangevoerd. En zo was het leven in Niehove volgens mij best prima.
Vandaag de dag vind je in de eeuwenoude kerk van Niehove een bezoekerscentrum, die de geschiedenis van dit dorp nog veel gedetailleerder vertelt. En misschien wel het meest ideale, je kunt dit dorp tegenwoordig gewoon over land bereiken.