Mensen uit Brabant en Limburg praten over het algemeen met de zachte G. Ik kom zelf ook uit Brabant, dus voor mij is het niet meer dan normaal. Ik ben er stiekem ook een beetje trots op. Maar waar komt mijn zachte G eigenlijk vandaan?
Om onderscheid te maken in de diverse uitspraken van de letter G gebruik ik in dit artikel de Ĝ voor de g-klank in woorden als het Engelse good en goal.
Er is een duidelijke grens: de grote rivieren. Onder het water spreek je over het algemeen met de zachte G, boven de rivieren met de harde G. Maar waarom is dat zo? Op de Radboud Universiteit in Nijmegen werkt iemand die mij antwoord kan geven op deze vraag. Professor Doctor Marc van Oostendorp is taalkundige en heeft onderzoek gedaan naar de zachte G. En hij kan antwoord geven op de vraag: waar komt de zachte G vandaan?
“Dat is een hele goede vraag, en tegelijkertijd is dat eigenlijk de verkeerde vraag. De goede vraag is eigenlijk: waar komt de harde G vandaan? We hebben alle aanwijzingen dat die zachte G, de oorspronkelijke G was van het Nederlands. Misschien ook weer niet de aller-oorspronkelijkste, want als we kijken naar het Duits en het Engels, dat zijn allebei verwante talen. Want het Nederlands was ooit, duizenden jaren geleden, dezelfde taal als Engels, Duits, en Fries. Alleen, het was niet hélemaal dezelfde taal. Engels, Duits, en zelfs Fries hebben meestal waar wij een G zeggen een harde of zachte G, terwijl zij hetzelfde woord uitspreken met een harde of zachte Ĝ.
De harde G komt uit de randstad
Dat moet betekenen dat er bij ons iets is gebeurd. Het is onwaarschijnlijk dat het Duits en het Engels allebei zijn veranderd, zover als ze uit elkaar liggen. Dus eerst is die Ĝ veranderd in de zachte G, en toen is iemand ergens in waarschijnlijk de Randstad, waarschijnlijk Holland, misschien zelfs in Amsterdam, begonnen die G meer naar achteren in de mond te maken: de harde G. En dat is zich gaan verspreiden. Over een steeds groter gebied.
En misschien is die verspreiding nog steeds gaande, dat proces dat de harde G ooit heeft ingezet. We weten niet precies wanneer, maar waarschijnlijk al wel een paar honderd jaar geleden. Mensen zijn dat gaan overnemen. En omdat het uit Amsterdam kwam, omdat het uit Holland kwam, en omdat Amsterdam en Holland al heel lang cultureel, economisch en sociaal het centrum van Nederland zijn, het gebied waar iedereen voortdurend naar kijkt, is er een soort aantrekkingskracht om te praten zoals zij praten. Mensen willen graag het liefst praten als mensen van de macht. En dus is dat het antwoord op: waar komt die harde G nou eigenlijk vandaan?
Een harde grens
Dat zorgt wel voor een duidelijke gevoelsgrens. Dus je hebt het gebied van de zachte G, dat is Brabant en Limburg. Dat is ook wel een beetje een gevoelsgrens, dezelfde als je nog ten noorden daarvan komt. We zijn nu in Nijmegen, in Gelderland. Er zijn ook nog hele stukken van Gelderland waar ze ook praten met een zachte G. En de provincie Utrecht was traditioneel ook een gebied met een zachte G, dus het stads Utrechts heeft ook een zachte G. Tijdens de verspreiding van de harde G heeft het soms gebiedjes een beetje opengelaten, maar gaandeweg begint het wel een steeds hardere grens te worden.
In sommige gebieden is het al een harde grens. Daar zijn twee soorten verklaringen voor. Waarschijnlijk zijn er allebei een beetje waar. De ene verklaring is de rivieren. Die spelen een rol, want je gaat niet zo makkelijk de rivier over. Dus je praat niet zo makkelijk met mensen aan de andere kant van de rivier als met de mensen aan jouw kant van de rivier. Dus ook van dat soort klankverschijnselen, mensen nadoen, die steken niet zo makkelijk die rivieren over.
Een identiteitsdingetje
Maar wat denk ik ook wel een rol speelt, is dat die zachte G in Brabant en een beetje ook in Limburg, heel erg een identiteitsding is geworden. Dat is wie wij zijn, wij Brabanders, Limburgers. Wij zijn gemoedelijk, bourgondisch. En daar hoort op de een of andere manier die zachte G bij. Dus dat werkt dan twee kanten op. Je hebt in het noorden van Brabant, tegen de provinciegrens, allerlei mensen die willen blijven vasthouden aan die zachte G, want dat hoort bij Brabander zijn.
Aan de andere kant van die grens, in bijvoorbeeld Gelderland, heb je allerlei mensen die niet kunnen wachten om die zachte G zo snel mogelijk op te geven, omdat zij geen Brabanders zijn. Dus dat krijgt een soort van zichzelf versterkend effect. Mensen raken zich ervan bewust dat het iets betekent, die zachte G, en die gaan zich daar dan ook naar gedragen. En daardoor wordt die grens alleen maar sterker en harder.
Verschil, met de zachte G
Er is een belangrijk verschil tussen de meeste sprekers met een zachte G en de meeste sprekers met een harde G. Als je een zachte G hebt, dan rijmen woorden zoals ‘lachen’ en ‘vlaggen’ niet met elkaar. Maar voor de meeste sprekers met een harde G, rijmen ze wel. Sprekers met de zachte G maken soms verschil tussen de woorden ‘gloor’ en ‘chloor’. Dus het eerste is zonnegloren, wat de zon doet, en ‘chloor’ is de chemische substantie. En ook daarvoor geldt weer, de meeste sprekers met een harde G, horen dat verschil niet. Die zeggen tegen allebei ‘chloor’.
Dat heeft iets met die mechanica te maken, want als je de G achter in je mond maakt, dan klinkt dat dus luider. Met meer geruis. En het verschil tussen de harde G en de zachte G is een verschil tussen of je je stembanden wel of niet laat trillen. Dat is hetzelfde verschil als tussen de S en de Z. Bij de sss-klant voel je niets trillen, bij de zzz-klank voel je het trillen. Met de zachte G kan het allebei, trillen én niet trillen. Dat verschil in klank kun je bijna niet maken met een harde G, want je zit te dicht tegen je stem aan. Dat is een soort recept voor het later verdwijnen van dat verschil. Dat is dus ook eigenlijk gebeurd bij de meeste sprekers met een harde G. Die zeggen ‘chloor’, en niemand weet of ze het hebben over de zon of over een schoonmaakmiddel.
Op zichzelf zijn de zachte G en de harde G nog allebei even lief. In mijn ideale wereld worden ze allebei gebruikt, maar van die twee is de zachte G duidelijk de bedreigde diersoort. Dus wat dat betreft zou ik zeggen, meer zachte G’s, alstublieft.”
Dankzij Marc weet ik nu dat ik best trots mag zijn op mijn zachte G. De oorspronkelijke G van onze Nederlandse taal dus, zo blijkt. Weet je dat ook weer!
Weet je dat ook weer.